18 juni 2021 Menselijke Maat

Wethouder Meliani: “De menselijke maat behouden in een digitaliserende wereld gaat niet vanzelf”

Tessel Renzenbrink
  • Follow us on Facebook
  • Follow us on LinkedIn
  • Follow us on Twitter

Wethouder Digitale Stad Touria Meliani presenteerde dit jaar de eerste Datastrategie van Amsterdam. In dit interview vertelt ze waarom Amsterdam zich hard maakt voor een inclusieve digitale stad waarin iedereen gelijke rechten en kansen heeft. Het streven naar een op ethische waarden gebaseerde samenleving, is een opgave die iedereen aan gaat. Ze nodigt Amsterdammers daarom uit om de impact van de Datastrategie te volgen en aan de bel te trekken als bepaalde groepen burgers nadeel ondervinden van nieuwe manieren van digitaal werken. Ook roept ze iedereen op om mee te denken en mee te praten.

Tada: U bent de eerste wethouder Digitale Stad van Nederland, het college heeft de Tada waarden opgenomen in het Coalitieakkoord, een Digitale Agenda en nu een Datastrategie die Tada waarden en digitale rechten vooropstelt. Waarom is dit in Amsterdam zo een belangrijk onderwerp?

Wethouder Meliani: Het is een belangrijk onderwerp omdat digitalisering, beter gezegd de inzet van ICT en het toenemend gebruik van data, onze manier van werken en samenleven verandert. We kunnen de computers, smartphones en apps in ons leven niet meer wegdenken. We kunnen steeds meer met technologie en ICT. De keerzijde van het gebruik is dat alles wat we ermee doen ook wordt vastgelegd met data. We laten overal digitale sporen achter en we weten niet goed wie wat van ons weet en hoe die digitale sporen worden gebruikt – en soms misbruikt worden- om ons denken en doen te beïnvloeden. Als burger wil je weten of de informatie over jou op een goede manier wordt gebruikt door overheden en bedrijven. Als dit toch niet het geval is, dan wil je ook van je grondrecht gebruik maken om je recht te halen. Bijvoorbeeld als je vindt dat informatie over jou niet klopt of zonder je toestemming wordt gebruikt. Maar, hoe moet je je recht halen als we niet duidelijk kunnen maken wat precies je rechten zijn in een digitale wereld en als we niet met overheden, bedrijven en burgers afspreken welke waarden en normen we belangrijk vinden. Je moet immers duidelijke afspraken maken eer je aangesproken kan worden op je daden. Voor Amsterdam zijn deze afspraken enorm belangrijk. We willen een inclusieve stad zijn waar iedereen gelijkwaardig wordt behandeld en gelijke rechten en kansen heeft. Dat is helaas nog niet vanzelfsprekend. Tada heeft de stad geleerd dat openheid en transparantie een goed begin is, maar dat alleen door samen te werken vertrouwen ontstaat. De menselijke maat behouden te midden van een digitaliserende wereld gaat niet vanzelf, daar moeten we ons allemaal voor inzetten.

De Datastrategie is gestoeld op twee doelstellingen: zeggenschap van burgers over hun data en data óver de stad is van de stad. Hiermee wil de stad tegenwicht bieden aan wat in de Datastrategie de ‘onhoudbare data-economie’ wordt genoemd. Dat is inderdaad hard nodig. Maar Amsterdam kan dat niet alleen. Wat kan Amsterdam doen om ook op landelijk en Europees niveau de op ethische waarden gebaseerde digitale samenleving te stimuleren?

We zullen er eerst voor moeten zorgen dat we met z’n allen de ethische waarden vooropstellen. Dan bedoel ik de politiek, het bedrijfsleven en de burgers. We moeten ervoor zorgen dat we met z’n allen een gezamenlijk belang hebben en nastreven, een belang waarbij de burger centraal staat en niet de overheid of de economische belangen. We doen dit door het op de verschillende politieke agenda’s te houden, lokaal, nationaal en internationaal, door met elkaar hierover te spreken, maar ook door wetenschappelijke kennis met elkaar te delen. Het doel is dat een op ethische waarden gebaseerde samenleving vanzelfsprekend is. Dat businessmodellen niet zijn gebaseerd op het verzamelen en verhandelen van data. Zoals we bijvoorbeeld nu nadenken over duurzaamheid. Dat was 25 jaar geleden een linkse hobby en nu staat duurzaamheid in de jaarverslagen van bijvoorbeeld Shell en Tata Steel.

Wat kunnen Amsterdamse burgers, bedrijven en wetenschap doen om zo een verandering kracht bij te zetten?

We moeten het onderwerp op de agenda’s houden en blijven bespreken. Als we het niet belangrijk genoeg vinden dan zullen de andere belangen de overhand nemen. En het lukt zeker om een goede balans te vinden tussen alle politieke en economische belangen. Neem een voorbeeld als kinderarbeid. De publieke verontwaardiging is nu inmiddels groot als bedrijven in verband worden gebracht met kinderarbeid. Je kan je nu niet voorstellen dat 120 jaar geleden het helemaal geen issue was om kinderen te laten werken. Ik hoop wel dat het niet nog 100 jaar gaat duren voordat we erachter komen dat digitalisering belangrijk is en dat we de mens centraal moeten stellen. Daar hebben wij als samenleving en als politiek een belangrijke rol in. We moeten en kunnen dit soort ethische waarden centraal gaan stellen en we zijn ook veel machtiger dan we denken. Als niemand meer gebruikt maakt van een bepaald platform omdat bijvoorbeeld de privacy niet gewaarborgd is, dan heeft zo’n platform geen bestaansrecht meer. De publieke opinie is een machtig wapen.

Ook op een ander bestuursniveau kan worden samengewerkt. Burgemeester Halsema benadrukt het belang van de Metropool Regio Amsterdam (MRA). Is voor een verantwoorde digitale stad ook regionale samenwerking nodig en op welke punten dan specifiek?

Ik ondersteun alle vormen van samenwerking. De bestaande bestuurlijke samenwerkingsverbanden zijn zeker in te zetten. Maar zijn geografisch begrensd en hebben als prioriteit de bestuurlijke taak waarvoor ze indertijd zijn aangegaan. De digitale wereld staat los van deze grenzen. Daarom zetten we ook in op Europees niveau en zoeken we op wereldschaal de samenwerking op. Een goed voorbeeld is de Cities Coalition for Digital Rights. Waar we met meerdere wereldsteden ons sterk maken voor mensenrechten in een digitale wereld. Ik ben erg tevreden met de inzet van juist de wereldsteden die hierin het voortouw nemen, los van de nationale overheden.

Het thema digitale stad is nu geen onderdeel van de MRA agenda. Hoe zou u de samenwerking willen organiseren? En ziet u voor Amsterdam hierin een trekkersrol?

Ja, ik vind dat Amsterdam een voortrekkersrol moet vervullen. Door het delen van informatie en best practices, het stimuleren van initiatieven en te participeren in nieuwe samenwerkingen. We hebben een traditie hoog te houden van liberale gidsstad.

Amsterdam heeft inmiddels al een aantal concrete zaken ingevoerd, zoals een algoritmeregister. Is er een (verwacht) resultaat waar u trots op bent en aan elke gemeente in de MRA zou aanbevelen?

We hebben de Tada principes, verwoord in het Tada manifest, uitgewerkt in onze Datastrategie en ik ben heel blij dat de provincie Noord-Holland dezelfde principes ook heeft onderschreven in de onlangs gepubliceerde Datastrategie 2021-2023. Intern worden de principes steeds breder toegepast. Gemeenten zoals Utrecht en Eindhoven hebben inmiddels ook een eigen waardenkader opgesteld. Ik zou elke gemeente willen adviseren om gedeelde digitaliseringswaarden te onderschrijven en uit te werken in een Datastrategie. Wat ga je doen om volgens deze principes het gebruik van data te kunnen verantwoorden in je organisatie? Binnen Amsterdam is het vanzelfsprekend geworden om bij data en digitaliseringsprojecten stil te staan bij de zes Tada-waarden, het zit steeds meer verweven in de cultuur. Hier ben ik trots op. Het maakt dat we het effect van digitalisering op inwoners en de stad direct bespreekbaar maken. Dit is noodzakelijk om de uitlegbaarheid en rechtmatigheid van digitalisering te verantwoorden. Ook maakt het impliciete overwegingen expliciet. We blijven dit soort zaken de komende tijd versterken. Je ziet dat het onderwerp van incidenteel naar structureel beweegt.

Uit de samenleving komt de roep om een minister voor Digitale Zaken. Hoe kijkt u aan als wethouder Digitale Stad tegen het idee van een minister Digitaal Land?

Op zich een goed idee om het belang en urgentie hiermee uit te drukken. Maar elke minister heeft te maken met digitalisering. Je kan digitalisering, de inzet van ICT en het gebruik van data niet los zien van de dienstverlening of de aanpak van een maatschappelijke opgave. Ik vind daarom dat een minister verantwoordelijk moet zijn voor zijn portefeuille op een manier dat die verantwoording aflegt over doelen, resultaten, financiën én ICT en de inzet van data. Een minister van Digitale Zaken heeft dan een stelselverantwoordelijkheid, verantwoordelijk voor het geheel van ICT- en databeleid en de specifieke doelstellingen hierbij. Zo hebben we het ook in Amsterdam georganiseerd. Je kan het vergelijken met de taken en verantwoordelijkheden van de minister van Financiën.

Simon Mulder, een van de geïnterviewden in de Datastrategie, vindt de Amsterdamse intenties van het databeleid goed. Maar, zegt hij, we moeten er wel kritisch naar blijven kijken. Hoe kunnen Simon en andere burgers controleren of de Datastrategie wordt uitgevoerd?

In de Datastrategie staan 18 acties voor de komende twee jaar. We hebben de acties in de Datastrategie opgenomen om concreet aan te geven wat we anders gaan doen. Natuurlijk moeten we als organisatie veel meer doen om onze ambities te halen. Ik heb onlangs de tussenrapportage Agenda Digitale Stad (PDF) gepubliceerd. Wat ik van Simon en de Amsterdammers wil is niet zozeer als een accountant meekijken of we de acties uitvoeren maar meer om de impact van de acties in de samenleving te volgen en aan de bel te trekken als bepaalde groepen burgers nadeel ondervinden van nieuwe manieren van digitaal werken. En als je goede ideeën hebt, denk dan mee om onze dienstverlening nog beter uit te voeren. Dan kan tijdens informatiebijeenkomsten en stadsgesprekken. Het eerstvolgend stadsgesprek kunt u meepraten over ons participatiebeleid. Kijk daarvoor op: www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/inspraak-beleidskader-participatie.

En zijn er mogelijkheden voor burgers om er over mee te praten en mee te beslissen?

Naast de bestaande mogelijkheden van inspraak in de commissie of in de raad en het kunnen volgen van het beleid op de website van de gemeente wil ik nieuwe werkvormen invoeren om burgers te laten participeren in het data-debat. Ik denk dan aan community building en de kracht van commons om de impact van digitalisering in de stad zichtbaar te maken en om te leren van lokale initiatieven. Commons is de verzamelnaam van coöperatieve burgerinitiatieven. Zo is digitale encyclopedie Wikipedia als burgerinitiatief ontstaan en zie je in veel wijken mooie initiatieven om bewoners te ondersteunen en de straat schoon en veilig te houden. Ik ondersteun van harte nieuwe burgerinitiatieven die de gevolgen van digitalisering in te stad in de gaten houden. We weten inmiddels dat we ons niet blind moet staren op het gemak van digitalisering maar dat we scherp moeten zijn op de neveneffecten. Ik wil sneller kunnen handelen en bijsturen als ik signalen krijg uit de samenleving.

Binnen het Tada platform wordt nu onder meer gefocust op ethische ondernemers en inkopers. Amsterdam kent veel ethische ondernemers die verantwoorde data-toepassingen ontwikkelen. Het is voor ondernemers een uitdaging hun toepassingen in de markt te zetten. Inkopers geven aan wel de verantwoorde keuze te willen maken maar dat dat lastig is. Bijvoorbeeld omdat verantwoorde toepassingen andere infrastructuur en andere vaardigheden van medewerkers vragen. Op wat voor manieren ondersteunt de gemeente ethische ondernemers (en daarmee de ontwikkeling en implementatie van verantwoorde toepassingen)? Bijvoorbeeld met het inkoopbeleid?

We moeten als overheden eerst een markt voor ethische oplossingen creëren. Dat doen we door zelf te participeren, zoals de samenwerking Responsible Sensing Lab, met AMS Institute, waar we de impact van technologie op de mens onderzoeken of door subsidies te verlenen, zoals een subsidie aan het digitale platform Maex. Belangrijk is ook om als organisatie duidelijk te maken dat we op zoek zijn naar ethische oplossingen en dat we dit ook in ons inkoopbeleid opnemen. Bijvoorbeeld op het gebied van data en AI.

Heeft u daar een concreet voorbeeld van? Bijvoorbeeld de gemeente die als launching customer van een verantwoorde data-oplossingen acteert?

Ik vind Tada een mooi voorbeeld van een initiatief uit de samenleving dat we als college hebben omarmd en opgenomen in het collegeakkoord. Het zijn weliswaar zes principes maar het geeft wel een duidelijke richting van wat wij in Amsterdam belangrijk vinden. De principes verwoorden een duidelijke ethische visie op het gebruik van data.

Tegen welke obstakels loopt de gemeente dan op? En waarom wordt er ondanks de uitdagingen toch gekozen voor de verantwoorde oplossing?

De verleiding is groot om te kiezen voor de snelle oplossing tegen de laagste kosten. We weten nu met onze Datastrategie wat onze ambities zijn voor de langere termijn en dat we het gebruik van data altijd moeten kunnen verantwoorden. Daar moeten we rekening mee houden en nu al meewegen in onze overwegingen. We moeten ons ook niet laten leiden door de standaardoplossingen van de markt maar kritisch en flexibel zijn om nieuwe oplossingen te vinden.

Tada heeft een breed draagvlak in de stad. Burgers, organisaties en bedrijven hebben het ondertekend en zijn er mee aan de slag gegaan. Burgers voelen zich aangesproken omdat het geen technische discussie is maar over ethische waarden gaat. Binnen de gemeentelijke organisatie wordt gewerkt met de Tada waarden. Ondernemers ontwikkelen methoden om hun diensten en producten aan de Tada waarden te laten voldoen. Kunt u een aantal voorbeelden geven van manieren waarop Tada en Amsterdam nu al samenwerken om burgers, bedrijven en de ambtelijke organisatie te betrekken bij het thema verantwoorde digitale stad?

We werken samen met Amsterdam Economic Board en we willen een Tada platform ontwikkelen waarin we vraag en aanbod op het gebied van ethische digitale oplossingen met elkaar willen verbinden. Je moet dan denken aan een soort Tripadvisor maar dan voor ethische oplossingen en alle mogelijke informatie om je te helpen in je zoektocht. Zoals ik eerder heb gezegd moeten we samen een markt creëren voor mensgerichte technologie waarin onze waarden zijn geborgd. Ik noem het weleens publieke waarden by design. En het begint heel basaal om op grote schaal vraag en aanbod met elkaar te verbinden. We werken nauw samen met maatschappelijke instellingen zoals Waag, Bits of Freedom, Open State Foundation en Code for NL. We zijn ook met de Hogeschool van Amsterdam gestart met het lectoraat Responsible IT om de samenwerking tussen studenten, docenten, IT-professionals , start-ups, en de inwoners van Metropoolregio Amsterdam te versterken.

Stel het is 2025. Wat vindt u het meest belangrijk dat Tada en Amsterdam dan samen hebben bereikt?

Dat digitale waarden vanzelfsprekend zijn en dat overheden, bedrijven en burgers samen de waarden in stand houden. Dat we waarde gedreven digitaliseren en de rechten van Amsterdammers centraal stellen en dat iedereen zich vrij en gelijkwaardig kan ontplooien in de fysieke en digitale stad Amsterdam.

 

Beeld: Wethouder Digitale Stad Touria Meliani. Bron: Gemeente Amsterdam, rechtenvrij.

Geef een reactie