Inclusief

Tada en de Gemeente Amsterdam. Het verslag van de eerste zes maanden.

  • Follow us on Facebook
  • Follow us on LinkedIn
  • Follow us on Twitter

“Tada is een beweging”, zegt Douwe Schmidt tijdens de opening van de bijeenkomst Tada in de praktijk. “Het is een samenspel van een groot aantal organisaties en individuen die zich richten op de vraag: ‘Wat voor een digitale samenleving willen we?’ Dát die er komt, is eigenlijk geen punt van discussie meer. Maar hoe we die samenleving vormgeven des te meer.” De afgelopen zes maanden hebben de gemeente Amsterdam en Bureau Tada samen onderzocht hoe de zes Tada waarden in de praktijk kunnen worden vormgegeven. Op de bijeenkomst worden de inzichten gedeeld met de circa zestig deelnemers.

De praktische uitvoering van Tada vertaalt zich niet naar een one size fits all aanpak. Anders dan bijvoorbeeld de wet Algemene Verordening Gegevensbescherming is Tada geen handleiding met specifieke regels. Ethische principes als ‘menselijke maat’ en ‘van iedereen – voor iedereen’ zijn zachte waarden die steeds opnieuw invulling moet worden gegeven. “Ethiek kan je niet uitbesteden”, zegt Tessa Wernink die samen met Schmidt Bureau Tada vormt. “Het is voor iedereen belangrijk daar in zijn werk over na te denken. Tada heeft een voorzet gegeven door zes waarden te formuleren. Die zijn niet anders dan bestaande ethische waarden. Maar nu gaat het er om die toe te passen in het digitale domein.”

“Het mag wel maar we doen het niet”

Twee sprekers delen verhalen uit de praktijk. Koen van Nol, jurist bij Schiphol, is betrokken bij een proef ‘biometrisch boarden’ op het vliegveld. In het experiment worden boardingpass- en paspoortcontroles vervangen door gezichtsherkenning. Eén van de inzichten die Van Nol deelt, is dat de identiteit van je organisatie meespeelt in de besluitvorming. “We controleren bij elke stap of het juridisch is toegestaan en of het technisch mogelijk is. Maar in sommige gevallen constateer je: het mag, het kan, maar toch doen we dit niet. Dat heeft te maken met de Schiphol identiteit. Ik merk in gesprekken met collega’s dat Schiphollers dit erg belangrijk vinden. We vinden dat we als semi-overheidsintstelling een bepaalde verantwoordelijkheid hebben naar onze klanten.”
Jaap-Henk Hoepman, Universitair Hoofddocent aan de Radboud Universiteit, vertelt hoe je abstracte waarden concreet naar technische projecten vertaalt: “Privacy is een zachte term. Het is deels ethisch en deels juridisch. Dat maakt het lastiger om te implementeren dan meer concrete software-attributen als security of performance.” Om dat te ondervangen ontwikkelde Hoepman acht privacy-by-design strategieën. Eén zo’n strategie is minimalisering: verzamel niet meer gegevens dan nodig is. Een andere abstractie: deel alleen die informatie die nodig is. Bijvoorbeeld: de Gall&Gall verkoper hoeft niet je geboortedatum te weten, alleen dat je boven de 18 bent.

Lessons Learned

Vervolgens nam G4 trainee Milou Jansen het podium. Zes maanden lang werkte ze als Adviseur Waarden & Digitalisering samen met Bureau Tada aan het implementeren van Tada in de gemeente Amsterdam. Ze deelde een aantal inzichten die tijdens dat werk regelmatig terugkwamen: Beslissingen over verantwoord datagebruik moeten overal in de organisatie worden genomen. Het komt nog vaak voor dat zulke beslissingen op het bord van de data analisten terecht komen. Dit kan er toe leiden dat data analisten ongewild een soort poortwachter worden die anderen moet aansporen tot verantwoord gebruik van data. Het is belangrijk dat ook andere functionarissen dit zien als hun verantwoordelijkheid. Daarmee wordt nadenken over datagebruik een integraal onderdeel van een ieders werk. In het verlengde daarvan ligt dat de opdrachtgever en opdrachtnemer een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor datagebruik. Het is daarom belangrijk dit aan het begin van een project te bespreken. Neem vroeg in het proces de tijd om samen afwegingen te maken. Daarmee wordt voorkomen dat later in het proces vertragingen ontstaan: stilstaan om te versnellen.

Wat kunnen we concreet doen?

Milou Jansen neemt afscheid van de gemeente Amsterdam om haar traineeship in Utrecht voort te zetten. Daarom nodigde ze de aanwezigen uit om mee te denken over de vraag: ‘hoe nu verder?’ tijdens het interactieve gedeelte van de bijeenkomst. De deelnemers gingen met elkaar in gesprek over het toepassen van Tada in de gemeente Amsterdam. Daarin kwamen twee punten duidelijk naar voren. Enerzijds wordt het als waardevol ervaren dat Tada geen strakke richtlijnen biedt maar juist vraagt om voortdurende reflectie. Maar aan de andere kant is er ook houvast nodig. Niet alleen voor ambtenaren zelf maar ook voor burgers die het bestuur moeten kunnen controleren. Voor beide punten werden ideeën aangedragen om Tada in de organisatie te ankeren.

Allereerst moet er bekendheid komen van Tada in de organisatie. Door middel van communicatie en het organiseren van bijeenkomsten ontstaat bewustwording en draagvlak onder de medewerkers. Dat moet er toe leiden dat verantwoordelijkheid wordt gevoeld door alle proceseigenaren en niet alleen de specialisten. Tada is geen exacte wetenschap en vraagt van medewerkers hun morele kompas toe te passen. Daar is tijd voor nodig. Tijd om na te denken, tijd om de dialoog aan te gaan, tijd om elkaar vragen te stellen. Ook het ontwikkelen van een leergang Tada, ethiek en techniek en het aanstellen van ambassadeurs werd genoemd.

 

Om Tada toch ook concreter te maken, werden een aantal voorstellen gedaan. Plaats een stip aan de horizon: waar gaan we naartoe met Tada. Op basis van dat vergezicht kunnen duidelijke beleidskaders en werkprocessen geformuleerd worden. Roep ook waakhonden in het leven die de gemeente controleren. Denk aan klankbordgroepen, ethische adviescommissies of een digibond. Tenslotte werd het idee geopperd om de abstracte Tada waarden te concretiseren in praktische voorbeelden. Daarmee ontstaat een gemeenschappelijke taal aan de hand van voorbeelden.

De conclusie van het gemeenschappelijk gesprek was dat er een cultuurverandering moet komen. Het woord Tada moet geen vragende gezichten opleveren maar enthousiaste herkenning. Niet: Tada? Maar Tada!

De bijeenkomst Tada in de praktijk is een co-productie van de gemeente Amsterdam en Bureau Tada. Het vond plaats op 20 februari in de Stadstimmertuin in Amsterdam.

Geef een reactie