18 maart 2022 Open en Transparant

Marleen Stikker: ‘Ik hoop dat het data-akkoord aanzet tot handelen’

validatie
  • Follow us on Facebook
  • Follow us on LinkedIn
  • Follow us on Twitter

De Metropool Amsterdam profiteert van digitalisering. Technologische ontwikkelingen brengen ook bedreigingen voort. Want hoe gaan we om met energieslurpende datacentra en hoeveel macht geven we big tech? We praten met Marleen Stikker, directeur van Waag, over verantwoorde inzet van data en technologie. 

De afgelopen twintig jaar was Marleen Stikker een van de weinigen die waarschuwden voor de keerzijde van technologie en de gevaren van big tech. De kritische positie van kunstenaars, hackers en mensenrechtenorganisaties kreeg destijds nog weinig bijval. Inmiddels zijn velen doordrongen van de fundamentele waarden die op het spel staan. “Tegenwoordig is het gelukkig een no-brainer om een actieve houding aan te nemen rondom dit onderwerp”, zegt Stikker. “De wetten die de Europese Commissie introduceert hebben een groot effect, niet alleen de privacywetgeving GDPR, maar ook de Digital Service Act, de Digital Market Act en de AI Act. Daarbij komen nog de vele rechtszaken die bijvoorbeeld afdwingen dat Google Analytics en behavioural advertisement verboden wordt. Bedrijven zullen hun businessmodel drastisch moeten gaan herzien. Dat biedt ook kansen voor organisaties en bedrijven die publieke waarden als hun basis nemen. Daar komt nu grote vraag naar.”

Filosoof en internetpionier Stikker richtte Waag in 1994 op, samen met Caroline Nevejan. Het is een platform voor kunstenaars, ontwerpers en ontwikkelaars. Waag is de kraamkamer geweest voor Fairphone, heeft een netwerk van makereducatie en maakplaatsen opgezet, onder andere in de OBA, en is initiator van de public stack, een roadmap voor het repareren van het Internet. Waag is ook betrokken bij de energietransitie, waaronder het Internet of Energy, een wereldwijde beweging die werkt aan een nieuw model voor de energiesector.

De gemeente Amsterdam hanteert sinds een tijdje Kate Raworths donutmodel, waar Stikker al langer pleitbezorger van is. In dit economische model staat groei niet langer centraal wordt rekening gehouden met een sociale ondergrens en ecologische bovengrens.

Publieke waarden en gezamenlijke bronnen

“In Raworths visie op de economie krijgen de commons weer een plek: in de economie gaat het ook over publieke waarden en hoe we gezamenlijke bronnen beheren. Daar moet de stad nu over nadenken. Hoe vertaal je dat gedachtegoed in toekomstplannen, rekenmodellen, output-indicatoren, aanbestedingsprocedures en governance? Hoe geven we meer ruimte aan publiek-civiele samenwerking? We moeten dat ook doorvoeren in financiële en juridische instrumenten. We opereren daarbij in een wereldwijde context. Het draagvlak voor dit gedachtegoed is ook in andere regio’s te vinden. De uitgangspunten voor verantwoorde inzet van data en technologie — waar we nu mee bezig zijn — zijn ook gebaseerd op publieke waarden.”

Verantwoorde inzet van data en technologie

“Digitalisering brengt grote uitdagingen met zich mee. We zijn te afhankelijk geworden van systemen. De democratie wordt ondermijnd en het eigenaarschap van data is onduidelijk. Tegelijkertijd zorgt die digitalisering voor een enorme ecologische footprint.”

Stikker werkt, samen met Boardleden van Amsterdam Economic Board, aan een data-akkoord. “Het interessante is dat we het onderwerp hier breed trekken en dus een integraler beeld krijgen van de digitalisering. Ik hoop dat we ermee kunnen laten zien dat we niet overgeleverd zijn aan óf China óf big tech. We kunnen zelf een nieuw speelveld creëren door geen Chinese producten en geen big tech platforms te gebruiken. Dan moet je dus nadenken over nieuwe verdienmodellen, over nieuwe manieren van data-uitwisseling, zoals ook gebeurt bij een initiatief als AMdEX. Bij de Waag krijgen we ook veel vragen vanuit het mkb, van winkeliersverenigingen, bezorgdiensten en taxichauffeurs die niet op kunnen tegen de kapitaalgedreven en monopoliegerichte platformbedrijven. Zij hebben behoefte aan platformcoöperaties.”

Ook een optie: dataminimalisatie

“Duurzame digitalisering betekent dat je de hele keten meeneemt. Wij zetten nu de Noordzee vol met windmolens. Die energie hebben we nodig om van het gas af te komen. Maar nu lijkt het erop dat hyperscale datacentra voorrang krijgen op lokale behoeftes. Omdat zowel de windmolenparken als hyperscale datacenters van private partijen zijn, hebben we die afwegingen uit handen gegeven. Als energie een nutsfunctie behoort te zijn, en we voor een belangrijk deel ook met publiek geld in windmolens investeren, waarom laten we het dan uit onze handen vallen?  Daarnaast, misschien moeten we ook iets met onze drift om alles tot data te maken. Iedereen neemt maar aan dat datamaximalisatie goed is, maar moeten we niet nadenken over dataminimalisatie? Data blijft immers een interpretatie van de wereld. En wat voor energie geldt, geldt ook voor data. Dat zou ook een nutsfunctie moeten zijn die publiek beheerd wordt.”

Data-akkoord vooruitlopend op regelgeving

“Ik vind het nog te vroeg om iets te zeggen over hoe dat data-akkoord er in de praktijk zou uitzien. Het kan iets worden waar partijen hun handtekening onder zetten. Dat is het minst uitdagend. Ik hoop eigenlijk dat we er straks ook projecten op gaan inrichten en dat we ermee vooruit lopen op regelgeving. Dat het akkoord echt uitnodigt tot handelen. Bijvoorbeeld door te formuleren wat we met gezichtsherkenning willen of op welke manier we data opslaan. We moeten ook kritisch kijken naar de software die cruciale organisaties in de regio gebruiken: denk aan de waterkering, telecomorganisaties, de gemeente. We moeten onze strategische autonomie niet opgeven. Ik hoop dat het akkoord organisaties uiteindelijk weerbaarder maakt, bijvoorbeeld doordat ze niet op de verkeerde leest hun business bouwen en voor de troepen uit lopen.”

Tekst: Mirjam Streefkerk

Portretfoto: Jimena Gauna, Waag, 2022

Geef een reactie